Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opduwen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgeduwd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik duw op
jij duwt op
hij duwt op
wij duwen op
jullie duwen op
zij duwen op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opduw
dat jij opduwt
dat hij opduwt
dat wij opduwen
dat jullie opduwen
dat zij opduwen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgeduwd
jij hebt opgeduwd
hij heeft opgeduwd
wij hebben opgeduwd
jullie hebben opgeduwd
zij hebben opgeduwd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik duwde op
jij duwde op
hij duwde op
wij duwden op
jullie duwden op
zij duwden op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opduwde
dat jij opduwde
dat hij opduwde
dat wij opduwden
dat jullie opduwden
dat zij opduwden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgeduwd
jij had opgeduwd
hij had opgeduwd
wij hadden opgeduwd
jullie hadden opgeduwd
zij hadden opgeduwd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opduwen
jij zult opduwen
hij zal opduwen
wij zullen opduwen
jullie zullen opduwen
zij zullen opduwen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgeduwd hebben
jij zult opgeduwd hebben
hij zal opgeduwd hebben
wij zullen opgeduwd hebben
jullie zullen opgeduwd hebben
zij zullen opgeduwd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opduwen
jij zou opduwen
hij zou opduwen
wij zouden opduwen
jullie zouden opduwen
zij zouden opduwen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgeduwd hebben
jij zou opgeduwd hebben
hij zou opgeduwd hebben
wij zouden opgeduwd hebben
jullie zouden opgeduwd hebben
zij zouden opgeduwd hebben

Gebiedende wijs
duw op

Aanvoegende wijs
opduwe

Voorbeelden

  1. Duw op dat pedaal.
    Press that pedal.
  2. Duw op' 2 minuten'.
    Just press two minutes.
  3. Duw op de rode knop.
    Hit the red button.
  4. Hoe sla ik? Duw op X.
    How do you punch?
  5. Kom op, duw op de knop.
    Come on, push the button already.
  6. Ik duw op de knoppen en er verschijnt een banaan?
    I push the buttons and out pops a banana?
  7. Ik bedoel, duw op een knopje en loop door muren heen?
    I mean, press a button and walk through walls?
  8. Dit was niet gewoon een duw op de borst die slecht afliep.
    This wasn 't just a shove in the chest with a bad outcome.
  9. Kon je hem niet de andere kant opduwen?
    You couldn 't push him somewhere else?
  10. Wat we gaan doen, is haar deze kant opduwen en aan de deken trekken.
    Now, what we 're gonna do is I 'll push her this way and pull the blanket.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden