Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opbieden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgeboden

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bied op
jij biedt op
hij biedt op
wij bieden op
jullie bieden op
zij bieden op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opbied
dat jij opbiedt
dat hij opbiedt
dat wij opbieden
dat jullie opbieden
dat zij opbieden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgeboden
jij hebt opgeboden
hij heeft opgeboden
wij hebben opgeboden
jullie hebben opgeboden
zij hebben opgeboden

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bood op
jij bood op
hij bood op
wij boden op
jullie boden op
zij boden op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opbood
dat jij opbood
dat hij opbood
dat wij opboden
dat jullie opboden
dat zij opboden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgeboden
jij had opgeboden
hij had opgeboden
wij hadden opgeboden
jullie hadden opgeboden
zij hadden opgeboden

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opbieden
jij zult opbieden
hij zal opbieden
wij zullen opbieden
jullie zullen opbieden
zij zullen opbieden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgeboden hebben
jij zult opgeboden hebben
hij zal opgeboden hebben
wij zullen opgeboden hebben
jullie zullen opgeboden hebben
zij zullen opgeboden hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opbieden
jij zou opbieden
hij zou opbieden
wij zouden opbieden
jullie zouden opbieden
zij zouden opbieden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgeboden hebben
jij zou opgeboden hebben
hij zou opgeboden hebben
wij zouden opgeboden hebben
jullie zouden opgeboden hebben
zij zouden opgeboden hebben

Gebiedende wijs
bied op

Aanvoegende wijs
opbiede

Voorbeelden

  1. Ik bied op alles.
    I call dibs on everything.
  2. Bied op dit paard.
    Bid for this one.
  3. Hij bied op de gevechten.
    He 's betting on them.
  4. Ik bied op velgen op eBay.
    I 'm bidding for rims on eBay.
  5. Ik bied op een hoop dingen.
    I-I bid on a lot of things.
  6. Ik bied op een nieuw mineraal.
    I 'm bidding on a new mineral.
  7. Je moet nooit tegen haar opbieden.
    You should never go up against her.
  8. Je moet opbieden tegen een andere koper.
    You 'll be in competition with another buyer.
  9. Oh, ik hou ervan als ze tegen elkaar opbieden.
    Oh, I love it when the bidding heats up.
  10. Toch bleef je, in tegenstelling tot alle anderen, tegen ons opbieden.
    It 's Yet, unlike anyone else there, you bid us through the roof.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden