Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ontzwavelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ontzwaveld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ontzwavel
jij ontzwavelt
hij ontzwavelt
wij ontzwavelen
jullie ontzwavelen
zij ontzwavelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ontzwaveld
jij hebt ontzwaveld
hij heeft ontzwaveld
wij hebben ontzwaveld
jullie hebben ontzwaveld
zij hebben ontzwaveld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ontzwavelde
jij ontzwavelde
hij ontzwavelde
wij ontzwavelden
jullie ontzwavelden
zij ontzwavelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ontzwaveld
jij had ontzwaveld
hij had ontzwaveld
wij hadden ontzwaveld
jullie hadden ontzwaveld
zij hadden ontzwaveld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ontzwavelen
jij zult ontzwavelen
hij zal ontzwavelen
wij zullen ontzwavelen
jullie zullen ontzwavelen
zij zullen ontzwavelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ontzwaveld hebben
jij zult ontzwaveld hebben
hij zal ontzwaveld hebben
wij zullen ontzwaveld hebben
jullie zullen ontzwaveld hebben
zij zullen ontzwaveld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ontzwavelen
jij zou ontzwavelen
hij zou ontzwavelen
wij zouden ontzwavelen
jullie zouden ontzwavelen
zij zouden ontzwavelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ontzwaveld hebben
jij zou ontzwaveld hebben
hij zou ontzwaveld hebben
wij zouden ontzwaveld hebben
jullie zouden ontzwaveld hebben
zij zouden ontzwaveld hebben

Gebiedende wijs
ontzwavel

Aanvoegende wijs
ontzwavele

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden