Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ontvlieden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ontvloden

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ontvlied
jij ontvliedt
hij ontvliedt
wij ontvlieden
jullie ontvlieden
zij ontvlieden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ontvloden
jij hebt ontvloden
hij heeft ontvloden
wij hebben ontvloden
jullie hebben ontvloden
zij hebben ontvloden

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ontvlood
jij ontvlood
hij ontvlood
wij ontvloden
jullie ontvloden
zij ontvloden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ontvloden
jij had ontvloden
hij had ontvloden
wij hadden ontvloden
jullie hadden ontvloden
zij hadden ontvloden

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ontvlieden
jij zult ontvlieden
hij zal ontvlieden
wij zullen ontvlieden
jullie zullen ontvlieden
zij zullen ontvlieden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ontvloden hebben
jij zult ontvloden hebben
hij zal ontvloden hebben
wij zullen ontvloden hebben
jullie zullen ontvloden hebben
zij zullen ontvloden hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ontvlieden
jij zou ontvlieden
hij zou ontvlieden
wij zouden ontvlieden
jullie zouden ontvlieden
zij zouden ontvlieden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ontvloden hebben
jij zou ontvloden hebben
hij zou ontvloden hebben
wij zouden ontvloden hebben
jullie zouden ontvloden hebben
zij zouden ontvloden hebben

Gebiedende wijs
ontvlied

Aanvoegende wijs
ontvliede

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden