Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ontvallen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ontvallen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ontval
jij ontvalt
hij ontvalt
wij ontvallen
jullie ontvallen
zij ontvallen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ontvallen
jij hebt ontvallen
hij heeft ontvallen
wij hebben ontvallen
jullie hebben ontvallen
zij hebben ontvallen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ontviel
jij ontviel
hij ontviel
wij ontvielen
jullie ontvielen
zij ontvielen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ontvallen
jij had ontvallen
hij had ontvallen
wij hadden ontvallen
jullie hadden ontvallen
zij hadden ontvallen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ontvallen
jij zult ontvallen
hij zal ontvallen
wij zullen ontvallen
jullie zullen ontvallen
zij zullen ontvallen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ontvallen hebben
jij zult ontvallen hebben
hij zal ontvallen hebben
wij zullen ontvallen hebben
jullie zullen ontvallen hebben
zij zullen ontvallen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ontvallen
jij zou ontvallen
hij zou ontvallen
wij zouden ontvallen
jullie zouden ontvallen
zij zouden ontvallen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ontvallen hebben
jij zou ontvallen hebben
hij zou ontvallen hebben
wij zouden ontvallen hebben
jullie zouden ontvallen hebben
zij zouden ontvallen hebben

Gebiedende wijs
ontval

Aanvoegende wijs
ontvalle

Voorbeelden

  1. Wie is ons ontvallen?
    Anyone who has passed away?
  2. Maar we zijn nooit elkaar ontvallen.
    But we never actually fell out.
  3. Ik laat me alleen wat ontvallen.
    I just let a few things slip out.
  4. Maar hij was zijn positie ontvallen.
    But he was dropped from his position.
  5. Wat rot dat ze je ontvallen is.
    I 'm sorry for your loss.
  6. De zielen van mannen en vrouwen die ons ontvallen zijn.
    I 'm talking about the souls of mortal men and women... departed from this life!
  7. Toch laat het ons niet vergeten die ons ontvallen zijn.
    Yet let us not pass from memory those left absent from our arms.
  8. Heeft uw man ooit de naam Antonio Medina laten ontvallen?
    Has your husband ever mentioned the name Antonio Medina to you?
  9. Snake liet zich ontvallen dat hij en Scotty er vannacht waren.
    Snake let it slip that he and Scotty were out there last night.
  10. Maar ik heb nooit gedacht dat hij me zo zou ontvallen.
    But I never thought he 'd get taken away from me like this.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden