Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ontstemmen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ontstemd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ontstem
jij ontstemt
hij ontstemt
wij ontstemmen
jullie ontstemmen
zij ontstemmen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ontstemd
jij hebt ontstemd
hij heeft ontstemd
wij hebben ontstemd
jullie hebben ontstemd
zij hebben ontstemd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ontstemde
jij ontstemde
hij ontstemde
wij ontstemden
jullie ontstemden
zij ontstemden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ontstemd
jij had ontstemd
hij had ontstemd
wij hadden ontstemd
jullie hadden ontstemd
zij hadden ontstemd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ontstemmen
jij zult ontstemmen
hij zal ontstemmen
wij zullen ontstemmen
jullie zullen ontstemmen
zij zullen ontstemmen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ontstemd hebben
jij zult ontstemd hebben
hij zal ontstemd hebben
wij zullen ontstemd hebben
jullie zullen ontstemd hebben
zij zullen ontstemd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ontstemmen
jij zou ontstemmen
hij zou ontstemmen
wij zouden ontstemmen
jullie zouden ontstemmen
zij zouden ontstemmen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ontstemd hebben
jij zou ontstemd hebben
hij zou ontstemd hebben
wij zouden ontstemd hebben
jullie zouden ontstemd hebben
zij zouden ontstemd hebben

Gebiedende wijs
ontstem

Aanvoegende wijs
ontstemme

Voorbeelden

  1. Ontstemmen onze geschenken de regering?
    Do our gifts displease your government?
  2. Als we de dames niet gezien hebben zou dat hem ontstemmen.
    To say that we have not seen the ladies would not exactly please him.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden