Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ontmaskeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ontmaskerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ontmasker
jij ontmaskert
hij ontmaskert
wij ontmaskeren
jullie ontmaskeren
zij ontmaskeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ontmaskerd
jij hebt ontmaskerd
hij heeft ontmaskerd
wij hebben ontmaskerd
jullie hebben ontmaskerd
zij hebben ontmaskerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ontmaskerde
jij ontmaskerde
hij ontmaskerde
wij ontmaskerden
jullie ontmaskerden
zij ontmaskerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ontmaskerd
jij had ontmaskerd
hij had ontmaskerd
wij hadden ontmaskerd
jullie hadden ontmaskerd
zij hadden ontmaskerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ontmaskeren
jij zult ontmaskeren
hij zal ontmaskeren
wij zullen ontmaskeren
jullie zullen ontmaskeren
zij zullen ontmaskeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ontmaskerd hebben
jij zult ontmaskerd hebben
hij zal ontmaskerd hebben
wij zullen ontmaskerd hebben
jullie zullen ontmaskerd hebben
zij zullen ontmaskerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ontmaskeren
jij zou ontmaskeren
hij zou ontmaskeren
wij zouden ontmaskeren
jullie zouden ontmaskeren
zij zouden ontmaskeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ontmaskerd hebben
jij zou ontmaskerd hebben
hij zou ontmaskerd hebben
wij zouden ontmaskerd hebben
jullie zouden ontmaskerd hebben
zij zouden ontmaskerd hebben

Gebiedende wijs
ontmasker

Aanvoegende wijs
ontmaskere

Voorbeelden

  1. Ontmasker jezelf niet.
    Don 't blow your cover.
  2. Ontmasker jezelf of honderden gaan dood.
    Unmask yourself or hundreds will die.
  3. Ontmasker dat, ontraadsel het, en het personage verdwijnt.
    Unmask that, demystify it, and the character goes away.
  4. Zal ik laten zien hoe ik willekeurige relais ontmasker?
    Do you want me to show you how I unmask randomly selected relays?
  5. Blijf bij de koningin en ontmasker die duistere krijgsman.
    Go with the queen to Naboo and discover the identity of this dark warrior.
  6. Dit kan Fisk ontmaskeren.
    This could expose Fisk.
  7. Chris wilde hen ontmaskeren.
    Chris wanted to expose them.
  8. lk zal je ontmaskeren.
    I 'll expose you.
  9. Ga je me ontmaskeren?
    Are you gonna expose me?
  10. Ik moet hem ontmaskeren.
    I have to expose Io.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden