Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ontlokken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ontlokt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ontlok
jij ontlokt
hij ontlokt
wij ontlokken
jullie ontlokken
zij ontlokken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ontlokt
jij hebt ontlokt
hij heeft ontlokt
wij hebben ontlokt
jullie hebben ontlokt
zij hebben ontlokt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ontlokte
jij ontlokte
hij ontlokte
wij ontlokten
jullie ontlokten
zij ontlokten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ontlokt
jij had ontlokt
hij had ontlokt
wij hadden ontlokt
jullie hadden ontlokt
zij hadden ontlokt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ontlokken
jij zult ontlokken
hij zal ontlokken
wij zullen ontlokken
jullie zullen ontlokken
zij zullen ontlokken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ontlokt hebben
jij zult ontlokt hebben
hij zal ontlokt hebben
wij zullen ontlokt hebben
jullie zullen ontlokt hebben
zij zullen ontlokt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ontlokken
jij zou ontlokken
hij zou ontlokken
wij zouden ontlokken
jullie zouden ontlokken
zij zouden ontlokken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ontlokt hebben
jij zou ontlokt hebben
hij zou ontlokt hebben
wij zouden ontlokt hebben
jullie zouden ontlokt hebben
zij zouden ontlokt hebben

Gebiedende wijs
ontlok

Aanvoegende wijs
ontlokke

Voorbeelden

  1. Kijk of u hem goedkeuring kunt ontlokken.
    See if you can rouse agreement from him.
  2. Vernedering is altijd goed om bekentenissen te ontlokken.
    Public humiliation helps when trying to elicit a confession.
  3. Iets wat verklaart hoe hij haar die dingen heeft kunnen ontlokken.
    Something that explains how he got her to talk about those things.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden