Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ontlenen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ontleend

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ontleen
jij ontleent
hij ontleent
wij ontlenen
jullie ontlenen
zij ontlenen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ontleend
jij hebt ontleend
hij heeft ontleend
wij hebben ontleend
jullie hebben ontleend
zij hebben ontleend

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ontleende
jij ontleende
hij ontleende
wij ontleenden
jullie ontleenden
zij ontleenden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ontleend
jij had ontleend
hij had ontleend
wij hadden ontleend
jullie hadden ontleend
zij hadden ontleend

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ontlenen
jij zult ontlenen
hij zal ontlenen
wij zullen ontlenen
jullie zullen ontlenen
zij zullen ontlenen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ontleend hebben
jij zult ontleend hebben
hij zal ontleend hebben
wij zullen ontleend hebben
jullie zullen ontleend hebben
zij zullen ontleend hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ontlenen
jij zou ontlenen
hij zou ontlenen
wij zouden ontlenen
jullie zouden ontlenen
zij zouden ontlenen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ontleend hebben
jij zou ontleend hebben
hij zou ontleend hebben
wij zouden ontleend hebben
jullie zouden ontleend hebben
zij zouden ontleend hebben

Gebiedende wijs
ontleen

Aanvoegende wijs
ontlene

Voorbeelden

  1. Wij ontlenen kracht aan ons gezin.
    Our families are one of our strengths.
  2. Daar wil ze rechten aan ontlenen.
    Now she thinks she 's my right hand girl.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden