Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ontlasten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ontlast

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ontlast
jij ontlast
hij ontlast
wij ontlasten
jullie ontlasten
zij ontlasten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ontlast
jij hebt ontlast
hij heeft ontlast
wij hebben ontlast
jullie hebben ontlast
zij hebben ontlast

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ontlastte
jij ontlastte
hij ontlastte
wij ontlastten
jullie ontlastten
zij ontlastten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ontlast
jij had ontlast
hij had ontlast
wij hadden ontlast
jullie hadden ontlast
zij hadden ontlast

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ontlasten
jij zult ontlasten
hij zal ontlasten
wij zullen ontlasten
jullie zullen ontlasten
zij zullen ontlasten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ontlast hebben
jij zult ontlast hebben
hij zal ontlast hebben
wij zullen ontlast hebben
jullie zullen ontlast hebben
zij zullen ontlast hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ontlasten
jij zou ontlasten
hij zou ontlasten
wij zouden ontlasten
jullie zouden ontlasten
zij zouden ontlasten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ontlast hebben
jij zou ontlast hebben
hij zou ontlast hebben
wij zouden ontlast hebben
jullie zouden ontlast hebben
zij zouden ontlast hebben

Gebiedende wijs
ontlast

Aanvoegende wijs
ontlaste

Voorbeelden

  1. Kom op, iedereen ontlast.
    Come on, everybody defecates.
  2. Maar dat ontlast hem geenszins.
    But that by no means exonerates him.
  3. En de rechercheurs worden wat ontlast.
    And the DCIs would have a bit less on their plate.
  4. Ontlast je zelf van die lasten.
    Relieve yourself of that burden.
  5. Daarom heb ik me nog nooit in een restaurant ontlast.
    That 's why I have never once moved my bowels in this or any restaurant.
  6. ontlasten
    discharge
  7. Want er is niemand in Salem die ontlast wordt door hun verleden... zelfs ik niet.
    Because there is no one in Salem unburdened by their past... Not even me.
  8. Gelukkig ontlasten.
    Happy unburdening.
  9. Ik kom je ontlasten.
    I 'm here to relieve you.
  10. Dat zal het netwerk ontlasten.
    That should free up the network.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden