Voorbeelden

1. Dat ontkracht mijn theorie niet.
   Doesn 't disprove my theory.
2. Je ontkracht het servet, Simon.
   You invalidated the napkin, Simon.
3. Dat gezeur over voorspellingen heb je ontkracht.
   All this talk about prophecy and fate - you disproved it.
4. Als dit opduikt, is het al ontkracht.
   If this comes up, it 'll already be diffused.
5. Als Bourgondië hier achter zit, ontkracht het dan.
   If Burgundy is behind this, then prove that they are wrong.
6. Jouw ketterijen zijn ontkracht door het councilie van Palermo.
   Your heresies were venialized by the council of Palermo.
7. De beschuldigingen dat de regering Zeeland beschermde, zijn ontkracht.
   The accusations that the government Zealand protected, are invalidated.
8. Ussings beschuldigingen dat de regering Zeeland beschermde, zijn nu ontkracht.
   Ussings accusations that the government Zealand protected, are now invalidated.
9. Hij is enkel hun huurder en jij ontkracht het onderzoek.
   He 's just their boarder and you 're pre-empting the investigation.
10. Ze zei niets dat zijn bekentenis kan ontkrachten.
    She said nothing to dispel his confessions.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden