Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: onshoren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geonshored

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik onshore
jij onshoret
hij onshoret
wij onshoren
jullie onshoren
zij onshoren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geonshored
jij hebt geonshored
hij heeft geonshored
wij hebben geonshored
jullie hebben geonshored
zij hebben geonshored

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik onshorede
jij onshorede
hij onshorede
wij onshoreden
jullie onshoreden
zij onshoreden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geonshored
jij had geonshored
hij had geonshored
wij hadden geonshored
jullie hadden geonshored
zij hadden geonshored

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal onshoren
jij zult onshoren
hij zal onshoren
wij zullen onshoren
jullie zullen onshoren
zij zullen onshoren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geonshored hebben
jij zult geonshored hebben
hij zal geonshored hebben
wij zullen geonshored hebben
jullie zullen geonshored hebben
zij zullen geonshored hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou onshoren
jij zou onshoren
hij zou onshoren
wij zouden onshoren
jullie zouden onshoren
zij zouden onshoren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geonshored hebben
jij zou geonshored hebben
hij zou geonshored hebben
wij zouden geonshored hebben
jullie zouden geonshored hebben
zij zouden geonshored hebben

Gebiedende wijs
onshore

Aanvoegende wijs
onshore

Voorbeelden

  1. Ik heb een grote onshore windvlaag.
    I got a big onshore gust.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden