NL: onderverdelen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
onderverdeeld
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik onderverdeel jij onderverdeelt hij onderverdeelt wij onderverdelen jullie onderverdelen zij onderverdelen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb onderverdeeld jij hebt onderverdeeld hij heeft onderverdeeld wij hebben onderverdeeld jullie hebben onderverdeeld zij hebben onderverdeeld
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik onderverdeelde jij onderverdeelde hij onderverdeelde wij onderverdeelden jullie onderverdeelden zij onderverdeelden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had onderverdeeld jij had onderverdeeld hij had onderverdeeld wij hadden onderverdeeld jullie hadden onderverdeeld zij hadden onderverdeeld
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal onderverdelen jij zult onderverdelen hij zal onderverdelen wij zullen onderverdelen jullie zullen onderverdelen zij zullen onderverdelen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal onderverdeeld hebben jij zult onderverdeeld hebben hij zal onderverdeeld hebben wij zullen onderverdeeld hebben jullie zullen onderverdeeld hebben zij zullen onderverdeeld hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou onderverdelen jij zou onderverdelen hij zou onderverdelen wij zouden onderverdelen jullie zouden onderverdelen zij zouden onderverdelen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou onderverdeeld hebben jij zou onderverdeeld hebben hij zou onderverdeeld hebben wij zouden onderverdeeld hebben jullie zouden onderverdeeld hebben zij zouden onderverdeeld hebben
|
| Gebiedende wijs |
onderverdeel
|
| Aanvoegende wijs |
| onderverdele |