Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: onderscheppen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
onderschept

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik onderschep
jij onderschept
hij onderschept
wij onderscheppen
jullie onderscheppen
zij onderscheppen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb onderschept
jij hebt onderschept
hij heeft onderschept
wij hebben onderschept
jullie hebben onderschept
zij hebben onderschept

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik onderschepte
jij onderschepte
hij onderschepte
wij onderschepten
jullie onderschepten
zij onderschepten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had onderschept
jij had onderschept
hij had onderschept
wij hadden onderschept
jullie hadden onderschept
zij hadden onderschept

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal onderscheppen
jij zult onderscheppen
hij zal onderscheppen
wij zullen onderscheppen
jullie zullen onderscheppen
zij zullen onderscheppen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal onderschept hebben
jij zult onderschept hebben
hij zal onderschept hebben
wij zullen onderschept hebben
jullie zullen onderschept hebben
zij zullen onderschept hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou onderscheppen
jij zou onderscheppen
hij zou onderscheppen
wij zouden onderscheppen
jullie zouden onderscheppen
zij zouden onderscheppen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou onderschept hebben
jij zou onderschept hebben
hij zou onderschept hebben
wij zouden onderschept hebben
jullie zouden onderschept hebben
zij zouden onderschept hebben

Gebiedende wijs
onderschep

Aanvoegende wijs
onderscheppe

Voorbeelden

  1. Onderschep hun signaal.
    Intervene their signal.
  2. Onderschep de Romulanen.
    Lay in an intercept course.
  3. Onderschep een aanroep, meneer.
    What? Intercepting a hail, Sir.
  4. Ik onderschep het telefoontje.
    l 'll intercept the call.
  5. Ik onderschep vanaf de gegevangeniszijde
    I am going from fengselssiden.
  6. Onderschep ze en grijp hem.
    Intercept them and grab him.
  7. Alle eenheden, mobiliseer en onderschep.
    All units, mobilize to intercept.
  8. Tweede eskader, onderschep je doel!
    Squad 2, pick your target.
  9. Onderschep de cel en vertraag ze.
    Intercept the celland slow them down.
  10. Goss, neem de 14th en onderschep hem.
    Goss, you take 14th and intercept.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden