Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: onderrichten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
onderricht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik onderricht
jij onderricht
hij onderricht
wij onderrichten
jullie onderrichten
zij onderrichten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb onderricht
jij hebt onderricht
hij heeft onderricht
wij hebben onderricht
jullie hebben onderricht
zij hebben onderricht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik onderrichtte
jij onderrichtte
hij onderrichtte
wij onderrichtten
jullie onderrichtten
zij onderrichtten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had onderricht
jij had onderricht
hij had onderricht
wij hadden onderricht
jullie hadden onderricht
zij hadden onderricht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal onderrichten
jij zult onderrichten
hij zal onderrichten
wij zullen onderrichten
jullie zullen onderrichten
zij zullen onderrichten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal onderricht hebben
jij zult onderricht hebben
hij zal onderricht hebben
wij zullen onderricht hebben
jullie zullen onderricht hebben
zij zullen onderricht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou onderrichten
jij zou onderrichten
hij zou onderrichten
wij zouden onderrichten
jullie zouden onderrichten
zij zouden onderrichten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou onderricht hebben
jij zou onderricht hebben
hij zou onderricht hebben
wij zouden onderricht hebben
jullie zouden onderricht hebben
zij zouden onderricht hebben

Gebiedende wijs
onderricht

Aanvoegende wijs
onderrichte

Voorbeelden

  1. Het onderricht is gratis.
    The course is free.
  2. De onderwijscommissie betwist het evolutie-onderricht.
    This state 's board of education is questioning the teaching of evolution.
  3. Prijs voor religieus onderricht. Juffrouw Bézac.
    Prize of religious instruction, miss Bézac.
  4. En we betaalden voor twee uur onderricht.
    And we paid for two full hours of instruction.
  5. Moet je straks onderricht geven in een seksklas?
    Are you teaching a sex ed class later?
  6. Ik wil dat u zijn leraar wordt, in onderricht voorziet.
    I would like you to become his teacher. Provide instruction.
  7. En jij zult niet voor dat kunstzinnige onderricht gaan betalen
    And you won 't be paying all that artsy-fartsy tuition
  8. Onderricht in de scheppingstheorie... schendt de scheiding tussen kerk en staat.
    They couldn 't get creationism in class it violates separation of church and state.
  9. Ik heb uw onderricht altijd aanvaard... en geloofde alles wat u zei.
    I had always accepted your teachings and believed everything you said.
  10. Als moeder of vader bent u verantwoordelijk voor de opvoeding, het onderricht en eventuele eigendommen van uw kind
    As a mother or father, you are responsible for your children's upbringing, education and property, if they have any

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden