Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: omwerken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
omgewerkt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik werk om
jij werkt om
hij werkt om
wij werken om
jullie werken om
zij werken om

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik omwerk
dat jij omwerkt
dat hij omwerkt
dat wij omwerken
dat jullie omwerken
dat zij omwerken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb omgewerkt
jij hebt omgewerkt
hij heeft omgewerkt
wij hebben omgewerkt
jullie hebben omgewerkt
zij hebben omgewerkt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik werkte om
jij werkte om
hij werkte om
wij werkten om
jullie werkten om
zij werkten om

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik omwerkte
dat jij omwerkte
dat hij omwerkte
dat wij omwerkten
dat jullie omwerkten
dat zij omwerkten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had omgewerkt
jij had omgewerkt
hij had omgewerkt
wij hadden omgewerkt
jullie hadden omgewerkt
zij hadden omgewerkt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal omwerken
jij zult omwerken
hij zal omwerken
wij zullen omwerken
jullie zullen omwerken
zij zullen omwerken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal omgewerkt hebben
jij zult omgewerkt hebben
hij zal omgewerkt hebben
wij zullen omgewerkt hebben
jullie zullen omgewerkt hebben
zij zullen omgewerkt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou omwerken
jij zou omwerken
hij zou omwerken
wij zouden omwerken
jullie zouden omwerken
zij zouden omwerken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou omgewerkt hebben
jij zou omgewerkt hebben
hij zou omgewerkt hebben
wij zouden omgewerkt hebben
jullie zouden omgewerkt hebben
zij zouden omgewerkt hebben

Gebiedende wijs
werk om

Aanvoegende wijs
omwerke

Voorbeelden

  1. En buiten het werk om?
    How about other than as her boss?
  2. Welke werk om precies te zijn.
    Which business exactly?
  3. Is het je vaders werk om...
    It 's your father 's job to...
  4. Werk om me bezig te houden.
    A job to keep me busy.
  5. Veel werk om ons te doden.
    Seems like a lot of work to kill us.
  6. Er is amper werk om te doen.
    There 's no work to be done.
  7. Geweldig werk om Siris zo te overtreffen.
    Formidable work besting Siris.
  8. Deze boer heeft werk om te doen.
    This hick has work to do.
  9. Dat is mijn werk... om soldaten te behandelen...
    that 's my job... To treat soldiers...
  10. Het is jouw werk om kemociet te produceren.
    Your job is to synthesise kemocite.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden