Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: omspannen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
omspannen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik omspan
jij omspant
hij omspant
wij omspanen
jullie omspanen
zij omspanen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb omspannen
jij hebt omspannen
hij heeft omspannen
wij hebben omspannen
jullie hebben omspannen
zij hebben omspannen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik omspande
jij omspande
hij omspande
wij omspanden
jullie omspanden
zij omspanden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had omspannen
jij had omspannen
hij had omspannen
wij hadden omspannen
jullie hadden omspannen
zij hadden omspannen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal omspanen
jij zult omspanen
hij zal omspanen
wij zullen omspanen
jullie zullen omspanen
zij zullen omspanen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal omspannen hebben
jij zult omspannen hebben
hij zal omspannen hebben
wij zullen omspannen hebben
jullie zullen omspannen hebben
zij zullen omspannen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou omspanen
jij zou omspanen
hij zou omspanen
wij zouden omspanen
jullie zouden omspanen
zij zouden omspanen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou omspannen hebben
jij zou omspannen hebben
hij zou omspannen hebben
wij zouden omspannen hebben
jullie zouden omspannen hebben
zij zouden omspannen hebben

Gebiedende wijs
omspan

Aanvoegende wijs
omspanne

Voorbeelden

  1. Er is een keten van vulkanen die de hele globe omspannen.
    There 's a chain of volcanoes that spans an entire hemisphere.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden