Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: omschrijven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
omschreven

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik omschrijf
jij omschrijft
hij omschrijft
wij omschrijven
jullie omschrijven
zij omschrijven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb omschreven
jij hebt omschreven
hij heeft omschreven
wij hebben omschreven
jullie hebben omschreven
zij hebben omschreven

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik omschreef
jij omschreef
hij omschreef
wij omschreven
jullie omschreven
zij omschreven

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had omschreven
jij had omschreven
hij had omschreven
wij hadden omschreven
jullie hadden omschreven
zij hadden omschreven

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal omschrijven
jij zult omschrijven
hij zal omschrijven
wij zullen omschrijven
jullie zullen omschrijven
zij zullen omschrijven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal omschreven hebben
jij zult omschreven hebben
hij zal omschreven hebben
wij zullen omschreven hebben
jullie zullen omschreven hebben
zij zullen omschreven hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou omschrijven
jij zou omschrijven
hij zou omschrijven
wij zouden omschrijven
jullie zouden omschrijven
zij zouden omschrijven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou omschreven hebben
jij zou omschreven hebben
hij zou omschreven hebben
wij zouden omschreven hebben
jullie zouden omschreven hebben
zij zouden omschreven hebben

Gebiedende wijs
omschrijf

Aanvoegende wijs
omschrijve

Voorbeelden

  1. Omschrijf de God.
    Describe the idol.
  2. Omschrijf gevaarlijk, meneer.
    Describe dangerous, sir.
  3. Omschrijf Aston eens.
    Describe for Aston.
  4. Omschrijf het gebouw.
    So... Describe the building.
  5. Hoe omschrijf je jezelf?
    How do you define yourself?
  6. Omschrijf Ben voor me.
    Describe Ben to me.
  7. Ik omschrijf een afspraakje.
    I 'm describing a date.
  8. Hoe omschrijf je deze betalingen?
    How would you describe these payments?
  9. * Hoe omschrijf je een zonde?
    * How does one define a sin?
  10. Omschrijf eens hoe je het maakt...
    Describe to me how it makes you

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden