Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: omreizen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
omgereisd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik reis om
jij reist om
hij reist om
wij reizen om
jullie reizen om
zij reizen om

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik omreis
dat jij omreist
dat hij omreist
dat wij omreizen
dat jullie omreizen
dat zij omreizen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb omgereisd
jij hebt omgereisd
hij heeft omgereisd
wij hebben omgereisd
jullie hebben omgereisd
zij hebben omgereisd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik reisde om
jij reisde om
hij reisde om
wij reisden om
jullie reisden om
zij reisden om

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik omreisde
dat jij omreisde
dat hij omreisde
dat wij omreisden
dat jullie omreisden
dat zij omreisden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had omgereisd
jij had omgereisd
hij had omgereisd
wij hadden omgereisd
jullie hadden omgereisd
zij hadden omgereisd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal omreizen
jij zult omreizen
hij zal omreizen
wij zullen omreizen
jullie zullen omreizen
zij zullen omreizen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal omgereisd hebben
jij zult omgereisd hebben
hij zal omgereisd hebben
wij zullen omgereisd hebben
jullie zullen omgereisd hebben
zij zullen omgereisd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou omreizen
jij zou omreizen
hij zou omreizen
wij zouden omreizen
jullie zouden omreizen
zij zouden omreizen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou omgereisd hebben
jij zou omgereisd hebben
hij zou omgereisd hebben
wij zouden omgereisd hebben
jullie zouden omgereisd hebben
zij zouden omgereisd hebben

Gebiedende wijs
reis om

Aanvoegende wijs
omreize

Voorbeelden

  1. Daar ging deze reis om.
    That 's what this trip was about.
  2. Een lange reis om een dode te begraven.
    A long way to come to bury the dead.
  3. Het was een reis om nooit te vergeten.
    It was a trip of a lifetime.
  4. Wat een lange reis om dit persoonlijk af te leveren.
    It 's a long trip to deliver this in person.
  5. Hij betaalde ons beiden voor een reis om de wereld.
    He paid us both for two hours of around the world.
  6. We maken deze reis om' n heel jaar onafhankelijk te zijn.
    We do this long trip to be independent for a year.
  7. Ik heb gevisualiseerd dat we een reis om de wereld maken.
    See I visualized that we 're taking a trip around the world.
  8. Ik ben op reis om boete te doen... voor mijn zonden van voor de oorlog.
    I am on a journey of atonement... for my sins before the war.
  9. De aarde heeft iets meer dan 365 dagen nodig voor z' n reis om de zon.
    The Earth takes just over 365 days to make one complete orbit around the sun.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden