Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: omranden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
omrand

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik omrand
jij omrandt
hij omrandt
wij omranden
jullie omranden
zij omranden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb omrand
jij hebt omrand
hij heeft omrand
wij hebben omrand
jullie hebben omrand
zij hebben omrand

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik omrandde
jij omrandde
hij omrandde
wij omrandden
jullie omrandden
zij omrandden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had omrand
jij had omrand
hij had omrand
wij hadden omrand
jullie hadden omrand
zij hadden omrand

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal omranden
jij zult omranden
hij zal omranden
wij zullen omranden
jullie zullen omranden
zij zullen omranden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal omrand hebben
jij zult omrand hebben
hij zal omrand hebben
wij zullen omrand hebben
jullie zullen omrand hebben
zij zullen omrand hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou omranden
jij zou omranden
hij zou omranden
wij zouden omranden
jullie zouden omranden
zij zouden omranden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou omrand hebben
jij zou omrand hebben
hij zou omrand hebben
wij zouden omrand hebben
jullie zouden omrand hebben
zij zouden omrand hebben

Gebiedende wijs
omrand

Aanvoegende wijs
omrande

Voorbeelden

  1. Je hoeft de borden niet te omranden.
    You don 't have to doily-line the plates.
  2. In de Koraal driehoek omranden de, mangroven de meeste kustlijnen.
    In the Coral Triangle, mangroves fringe most shorelines.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden