Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: omgeven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
omgeven

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik omgeef
jij omgeeft
hij omgeeft
wij omgeven
jullie omgeven
zij omgeven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb omgeven
jij hebt omgeven
hij heeft omgeven
wij hebben omgeven
jullie hebben omgeven
zij hebben omgeven

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik omgaf
jij omgaf
hij omgaf
wij omgaven
jullie omgaven
zij omgaven

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had omgeven
jij had omgeven
hij had omgeven
wij hadden omgeven
jullie hadden omgeven
zij hadden omgeven

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal omgeven
jij zult omgeven
hij zal omgeven
wij zullen omgeven
jullie zullen omgeven
zij zullen omgeven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal omgeven hebben
jij zult omgeven hebben
hij zal omgeven hebben
wij zullen omgeven hebben
jullie zullen omgeven hebben
zij zullen omgeven hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou omgeven
jij zou omgeven
hij zou omgeven
wij zouden omgeven
jullie zouden omgeven
zij zouden omgeven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou omgeven hebben
jij zou omgeven hebben
hij zou omgeven hebben
wij zouden omgeven hebben
jullie zouden omgeven hebben
zij zouden omgeven hebben

Gebiedende wijs
omgeef

Aanvoegende wijs
omgeve

Voorbeelden

  1. Je kan niet jaloers op iemand zijn waar ik niet eens omgeef.
    You can 't be jealous of somebody that I don 't even care about...
  2. Omgeven door water.
    Water all around.
  3. .. omgeven met geld.
    .. surrounding money.
  4. Omgeven door bossen.
    Surrounded by woods.
  5. ... omgeven... door vlammen.
    I am surrounded by flames.
  6. Omgeven door medewerkers.
    Surrounded by coworkers.
  7. met een gracht omgeven
    moat (to)
  8. Altijd omgeven door vrouwen.
    Always surrounded by women.
  9. Ze wordt omgeven door gras.
    It 's surrounded by grass.
  10. Ik ben omgeven door polyglotten.
    I 'm surrounded by polyglots.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden