Voorbeelden

1. Aaron, you the olden.
   Aaron, jij bent de oudste.
2. What is this, olden times?
   Wat is dit, vroegere tijden?
3. Yeah, but you the olden.
   Ja, maar jij bent de oudste.
4. Back in the olden times.
   Terug in de oude tijden.
5. It was the olden days.
   Het waren andere tijden.
6. Got it in the olden days on Gallifrey.
   Kreeg het op de oude dagen in Gallifrey.
7. Would the olden day cops let that be a mystery?
   Had de politie' t dan ook bij' n mysterie gelaten?
8. Blood hath been shed here now, in the olden time.
   Het bloed is hier verspild, in de oude dagen.
9. I offered to do the eulogy, but Aaron 's the olden.
   Ik bood aan grafrede aan, maar Aaron is de oudste.
10. Once again as in olden days Happy golden days of yore
    Zoals in de goede oude tijd de gelukkige gouden tijd van toen

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden