Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: oefenen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geoefend

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik oefen
jij oefent
hij oefent
wij oefenen
jullie oefenen
zij oefenen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geoefend
jij hebt geoefend
hij heeft geoefend
wij hebben geoefend
jullie hebben geoefend
zij hebben geoefend

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik oefende
jij oefende
hij oefende
wij oefenden
jullie oefenden
zij oefenden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geoefend
jij had geoefend
hij had geoefend
wij hadden geoefend
jullie hadden geoefend
zij hadden geoefend

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal oefenen
jij zult oefenen
hij zal oefenen
wij zullen oefenen
jullie zullen oefenen
zij zullen oefenen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geoefend hebben
jij zult geoefend hebben
hij zal geoefend hebben
wij zullen geoefend hebben
jullie zullen geoefend hebben
zij zullen geoefend hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou oefenen
jij zou oefenen
hij zou oefenen
wij zouden oefenen
jullie zouden oefenen
zij zouden oefenen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geoefend hebben
jij zou geoefend hebben
hij zou geoefend hebben
wij zouden geoefend hebben
jullie zouden geoefend hebben
zij zouden geoefend hebben

Gebiedende wijs
oefen

Aanvoegende wijs
oefene

Voorbeelden

  1. Oefen je verstand.
    Train your brain.
  2. Een oefen-sessie.
    Danger room session.
  3. Ik oefen regelmatig.
    I 'm exercising regularly.
  4. Oefen je mannelijkheid.
    Exert your manliness.
  5. Oefen de volgorde.
    Practise the sequence.
  6. Oefen hier druk uit.
    I want you to hold pressure here.
  7. En oefen je toespraak.
    And practice your speech.
  8. Oefen hier wat van.
    Practice some of this.
  9. Oefen druk uit, Tom.
    Apply pressure, Tom.
  10. Ik oefen de stappen.
    I 'm practicing the steps.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden