Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: obstrueren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geobstrueerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik obstrueer
jij obstrueert
hij obstrueert
wij obstrueren
jullie obstrueren
zij obstrueren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geobstrueerd
jij hebt geobstrueerd
hij heeft geobstrueerd
wij hebben geobstrueerd
jullie hebben geobstrueerd
zij hebben geobstrueerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik obstrueerde
jij obstrueerde
hij obstrueerde
wij obstrueerden
jullie obstrueerden
zij obstrueerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geobstrueerd
jij had geobstrueerd
hij had geobstrueerd
wij hadden geobstrueerd
jullie hadden geobstrueerd
zij hadden geobstrueerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal obstrueren
jij zult obstrueren
hij zal obstrueren
wij zullen obstrueren
jullie zullen obstrueren
zij zullen obstrueren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geobstrueerd hebben
jij zult geobstrueerd hebben
hij zal geobstrueerd hebben
wij zullen geobstrueerd hebben
jullie zullen geobstrueerd hebben
zij zullen geobstrueerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou obstrueren
jij zou obstrueren
hij zou obstrueren
wij zouden obstrueren
jullie zouden obstrueren
zij zouden obstrueren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geobstrueerd hebben
jij zou geobstrueerd hebben
hij zou geobstrueerd hebben
wij zouden geobstrueerd hebben
jullie zouden geobstrueerd hebben
zij zouden geobstrueerd hebben

Gebiedende wijs
obstrueer

Aanvoegende wijs
obstruere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden