Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: notuleren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
genotuleerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik notuleer
jij notuleert
hij notuleert
wij notuleren
jullie notuleren
zij notuleren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb genotuleerd
jij hebt genotuleerd
hij heeft genotuleerd
wij hebben genotuleerd
jullie hebben genotuleerd
zij hebben genotuleerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik notuleerde
jij notuleerde
hij notuleerde
wij notuleerden
jullie notuleerden
zij notuleerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had genotuleerd
jij had genotuleerd
hij had genotuleerd
wij hadden genotuleerd
jullie hadden genotuleerd
zij hadden genotuleerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal notuleren
jij zult notuleren
hij zal notuleren
wij zullen notuleren
jullie zullen notuleren
zij zullen notuleren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal genotuleerd hebben
jij zult genotuleerd hebben
hij zal genotuleerd hebben
wij zullen genotuleerd hebben
jullie zullen genotuleerd hebben
zij zullen genotuleerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou notuleren
jij zou notuleren
hij zou notuleren
wij zouden notuleren
jullie zouden notuleren
zij zouden notuleren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou genotuleerd hebben
jij zou genotuleerd hebben
hij zou genotuleerd hebben
wij zouden genotuleerd hebben
jullie zouden genotuleerd hebben
zij zouden genotuleerd hebben

Gebiedende wijs
notuleer

Aanvoegende wijs
notulere

Voorbeelden

  1. Notuleer, Bernard.
    Take a note, Bernard.
  2. Notuleer dat de getuige water uitgiet over mijn tafel.
    Let the record show that the witness emptied a glass of water on my conference table.
  3. notuleren
    take (the) minutes
  4. We gaan weer notuleren.
    Back on the record.
  5. Dat is waarom ze notuleren.
    That 's why they take minutes.
  6. Klaar om te notuleren, Uh-Huh?
    Ready to take down the minutes, Uh-Huh?
  7. Wil je naar mijn kantoor komen om te notuleren?
    Wanna come up to my office and take down a memo?
  8. Ik wil dat gewoon even notuleren, dat u dat ernstig kwalijk neemt.
    I just wanna write that down, that you take umbrage.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden