NL: notificeren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
genotificeerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik notificeer jij notificeert hij notificeert wij notificeren jullie notificeren zij notificeren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb genotificeerd jij hebt genotificeerd hij heeft genotificeerd wij hebben genotificeerd jullie hebben genotificeerd zij hebben genotificeerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik notificeerde jij notificeerde hij notificeerde wij notificeerden jullie notificeerden zij notificeerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had genotificeerd jij had genotificeerd hij had genotificeerd wij hadden genotificeerd jullie hadden genotificeerd zij hadden genotificeerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal notificeren jij zult notificeren hij zal notificeren wij zullen notificeren jullie zullen notificeren zij zullen notificeren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal genotificeerd hebben jij zult genotificeerd hebben hij zal genotificeerd hebben wij zullen genotificeerd hebben jullie zullen genotificeerd hebben zij zullen genotificeerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou notificeren jij zou notificeren hij zou notificeren wij zouden notificeren jullie zouden notificeren zij zouden notificeren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou genotificeerd hebben jij zou genotificeerd hebben hij zou genotificeerd hebben wij zouden genotificeerd hebben jullie zouden genotificeerd hebben zij zouden genotificeerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
notificeer
|
| Aanvoegende wijs |
| notificere |