Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: normeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
genormeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik normeer
jij normeert
hij normeert
wij normeren
jullie normeren
zij normeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb genormeerd
jij hebt genormeerd
hij heeft genormeerd
wij hebben genormeerd
jullie hebben genormeerd
zij hebben genormeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik normeerde
jij normeerde
hij normeerde
wij normeerden
jullie normeerden
zij normeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had genormeerd
jij had genormeerd
hij had genormeerd
wij hadden genormeerd
jullie hadden genormeerd
zij hadden genormeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal normeren
jij zult normeren
hij zal normeren
wij zullen normeren
jullie zullen normeren
zij zullen normeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal genormeerd hebben
jij zult genormeerd hebben
hij zal genormeerd hebben
wij zullen genormeerd hebben
jullie zullen genormeerd hebben
zij zullen genormeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou normeren
jij zou normeren
hij zou normeren
wij zouden normeren
jullie zouden normeren
zij zouden normeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou genormeerd hebben
jij zou genormeerd hebben
hij zou genormeerd hebben
wij zouden genormeerd hebben
jullie zouden genormeerd hebben
zij zouden genormeerd hebben

Gebiedende wijs
normeer

Aanvoegende wijs
normere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden