Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: nijpen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
genepen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik nijp
jij nijpt
hij nijpt
wij nijpen
jullie nijpen
zij nijpen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb genepen
jij hebt genepen
hij heeft genepen
wij hebben genepen
jullie hebben genepen
zij hebben genepen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik neep
jij neep
hij neep
wij nepen
jullie nepen
zij nepen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had genepen
jij had genepen
hij had genepen
wij hadden genepen
jullie hadden genepen
zij hadden genepen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal nijpen
jij zult nijpen
hij zal nijpen
wij zullen nijpen
jullie zullen nijpen
zij zullen nijpen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal genepen hebben
jij zult genepen hebben
hij zal genepen hebben
wij zullen genepen hebben
jullie zullen genepen hebben
zij zullen genepen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou nijpen
jij zou nijpen
hij zou nijpen
wij zouden nijpen
jullie zouden nijpen
zij zouden nijpen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou genepen hebben
jij zou genepen hebben
hij zou genepen hebben
wij zouden genepen hebben
jullie zouden genepen hebben
zij zouden genepen hebben

Gebiedende wijs
nijp

Aanvoegende wijs
nijpe

Voorbeelden

  1. Nijp hem extra dicht tegen je voor de veiligheid.
    Squeeze him extra tight for safety.
  2. Ik zal zelf jouw ballen tot moes nijpen en je het doen opeten.
    I will squash your balls myself and make you eat the paste.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden