NL: nieten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
geniet
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik niet jij niet hij niet wij nieten jullie nieten zij nieten
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geniet jij hebt geniet hij heeft geniet wij hebben geniet jullie hebben geniet zij hebben geniet
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik niette jij niette hij niette wij nietten jullie nietten zij nietten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geniet jij had geniet hij had geniet wij hadden geniet jullie hadden geniet zij hadden geniet
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal nieten jij zult nieten hij zal nieten wij zullen nieten jullie zullen nieten zij zullen nieten
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geniet hebben jij zult geniet hebben hij zal geniet hebben wij zullen geniet hebben jullie zullen geniet hebben zij zullen geniet hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou nieten jij zou nieten hij zou nieten wij zouden nieten jullie zouden nieten zij zouden nieten
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geniet hebben jij zou geniet hebben hij zou geniet hebben wij zouden geniet hebben jullie zouden geniet hebben zij zouden geniet hebben
|
Gebiedende wijs |
niet
|
Aanvoegende wijs |
niete |