Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: neuzen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geneusd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik neus
jij neust
hij neust
wij neuzen
jullie neuzen
zij neuzen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geneusd
jij hebt geneusd
hij heeft geneusd
wij hebben geneusd
jullie hebben geneusd
zij hebben geneusd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik neusde
jij neusde
hij neusde
wij neusden
jullie neusden
zij neusden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geneusd
jij had geneusd
hij had geneusd
wij hadden geneusd
jullie hadden geneusd
zij hadden geneusd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal neuzen
jij zult neuzen
hij zal neuzen
wij zullen neuzen
jullie zullen neuzen
zij zullen neuzen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geneusd hebben
jij zult geneusd hebben
hij zal geneusd hebben
wij zullen geneusd hebben
jullie zullen geneusd hebben
zij zullen geneusd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou neuzen
jij zou neuzen
hij zou neuzen
wij zouden neuzen
jullie zouden neuzen
zij zouden neuzen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geneusd hebben
jij zou geneusd hebben
hij zou geneusd hebben
wij zouden geneusd hebben
jullie zouden geneusd hebben
zij zouden geneusd hebben

Gebiedende wijs
neus

Aanvoegende wijs
neuze

Voorbeelden

  1. U hebt een neus voor neuzen.
    You have a nose for noses.
  2. U had altijd al een neus voor neuzen.
    You always did have a nose for noses.
  3. neus
    nose leather
  4. Een neus is' n neus.
    A nose is a nose.
  5. Niet de neus, niet de neus, niet de neus!
    Not the nose, not the nose, not the nose!
  6. neus (luchtvaart)
    fuselage nose
  7. (uitwendige) neus
    nasus (externus)
  8. Groeide neus aan neus op met de familiehond.
    Spent my formative years nose-to-nose with the family beagle.
  9. Haar neus bloedt.
    Nose is bleeding.
  10. Tsuchida, je neus!
    Tsuchida, your nose!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden