Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: netelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geneteld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik netel
jij netelt
hij netelt
wij netelen
jullie netelen
zij netelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geneteld
jij hebt geneteld
hij heeft geneteld
wij hebben geneteld
jullie hebben geneteld
zij hebben geneteld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik netelde
jij netelde
hij netelde
wij netelden
jullie netelden
zij netelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geneteld
jij had geneteld
hij had geneteld
wij hadden geneteld
jullie hadden geneteld
zij hadden geneteld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal netelen
jij zult netelen
hij zal netelen
wij zullen netelen
jullie zullen netelen
zij zullen netelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geneteld hebben
jij zult geneteld hebben
hij zal geneteld hebben
wij zullen geneteld hebben
jullie zullen geneteld hebben
zij zullen geneteld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou netelen
jij zou netelen
hij zou netelen
wij zouden netelen
jullie zouden netelen
zij zouden netelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geneteld hebben
jij zou geneteld hebben
hij zou geneteld hebben
wij zouden geneteld hebben
jullie zouden geneteld hebben
zij zouden geneteld hebben

Gebiedende wijs
netel

Aanvoegende wijs
netele

Voorbeelden

  1. Gentiaan en milde gele netel.
    Centaury and the mild yellow nettle.
  2. Dat is een soort netel.
    It 's a plant from the Urtica family.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden