Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: nasporen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
nagespoord

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik spoor na
jij spoort na
hij spoort na
wij sporen na
jullie sporen na
zij sporen na

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik naspoor
dat jij naspoort
dat hij naspoort
dat wij nasporen
dat jullie nasporen
dat zij nasporen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb nagespoord
jij hebt nagespoord
hij heeft nagespoord
wij hebben nagespoord
jullie hebben nagespoord
zij hebben nagespoord

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik spoorde na
jij spoorde na
hij spoorde na
wij spoorden na
jullie spoorden na
zij spoorden na

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik naspoorde
dat jij naspoorde
dat hij naspoorde
dat wij naspoorden
dat jullie naspoorden
dat zij naspoorden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had nagespoord
jij had nagespoord
hij had nagespoord
wij hadden nagespoord
jullie hadden nagespoord
zij hadden nagespoord

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal nasporen
jij zult nasporen
hij zal nasporen
wij zullen nasporen
jullie zullen nasporen
zij zullen nasporen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal nagespoord hebben
jij zult nagespoord hebben
hij zal nagespoord hebben
wij zullen nagespoord hebben
jullie zullen nagespoord hebben
zij zullen nagespoord hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou nasporen
jij zou nasporen
hij zou nasporen
wij zouden nasporen
jullie zouden nasporen
zij zouden nasporen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou nagespoord hebben
jij zou nagespoord hebben
hij zou nagespoord hebben
wij zouden nagespoord hebben
jullie zouden nagespoord hebben
zij zouden nagespoord hebben

Gebiedende wijs
spoor na

Aanvoegende wijs
naspore

Voorbeelden

  1. Meer een spoor na wandelen.
    More like walking down a lead.
  2. En verdween... zonder een spoor na te laten.
    And vanished... without a trace.
  3. Hij liet een spoor na in de tanker.
    He left a bread crumb on the tanker.
  4. Ik kan taartglazuur proeven zonder een spoor na te laten.
    I can sample the frosting on a cake without leaving a fingerprint.
  5. Je zoekt voor hem een spoor na van de bomaanslag, nietwaar?
    You 're chasing down a lead on the bombing for him, aren 't you?
  6. Ik ben verantwoordelijk voor 30 moorden zonder een spoor na te laten.
    I 'm the one responsible for killing over 30 people without a trace.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden