Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: nalaten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
nagelaten

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik laat na
jij laat na
hij laat na
wij laten na
jullie laten na
zij laten na

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik nalaat
dat jij nalaat
dat hij nalaat
dat wij nalaten
dat jullie nalaten
dat zij nalaten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb nagelaten
jij hebt nagelaten
hij heeft nagelaten
wij hebben nagelaten
jullie hebben nagelaten
zij hebben nagelaten

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik liet na
jij liet na
hij liet na
wij lieten na
jullie lieten na
zij lieten na

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik naliet
dat jij naliet
dat hij naliet
dat wij nalieten
dat jullie nalieten
dat zij nalieten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had nagelaten
jij had nagelaten
hij had nagelaten
wij hadden nagelaten
jullie hadden nagelaten
zij hadden nagelaten

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal nalaten
jij zult nalaten
hij zal nalaten
wij zullen nalaten
jullie zullen nalaten
zij zullen nalaten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal nagelaten hebben
jij zult nagelaten hebben
hij zal nagelaten hebben
wij zullen nagelaten hebben
jullie zullen nagelaten hebben
zij zullen nagelaten hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou nalaten
jij zou nalaten
hij zou nalaten
wij zouden nalaten
jullie zouden nalaten
zij zouden nalaten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou nagelaten hebben
jij zou nagelaten hebben
hij zou nagelaten hebben
wij zouden nagelaten hebben
jullie zouden nagelaten hebben
zij zouden nagelaten hebben

Gebiedende wijs
laat na

Aanvoegende wijs
nalate

Voorbeelden

  1. Alleen een beetje laat na zes maanden.
    If only be delayed six months
  2. Jou de paarden nalaten.
    Leaving you the horses.
  3. Wat zal ik nalaten?
    What will I pass on?
  4. Welke erfenis zou jij nalaten?
    What legacy would you leave behind?
  5. Hoe kun je dat nalaten?
    How could you not do that?
  6. Dat zal een teken nalaten.
    That 's gonna leave a mark.
  7. Je kon het niet nalaten, hè?
    Couldn 't resist, could you?
  8. Ik wil alles aan Ned nalaten.
    I want to leave everything to Ned.
  9. Ja, dat zal een litteken nalaten.
    Yeah, that 's gonna leave a mark.
  10. Turner wilde zijn racedysnastie aan Phoebe nalaten.
    Turner was gonna hand over his racing dynasty to Phoebe.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden