Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: nadoen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
nagedaan

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik doe na
jij doet na
hij doet na
wij doen na
jullie doen na
zij doen na

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik nadoe
dat jij nadoet
dat hij nadoet
dat wij nadoen
dat jullie nadoen
dat zij nadoen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb nagedaan
jij hebt nagedaan
hij heeft nagedaan
wij hebben nagedaan
jullie hebben nagedaan
zij hebben nagedaan

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik deed na
jij deed na
hij deed na
wij deden na
jullie deden na
zij deden na

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik nadeed
dat jij nadeed
dat hij nadeed
dat wij nadeden
dat jullie nadeden
dat zij nadeden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had nagedaan
jij had nagedaan
hij had nagedaan
wij hadden nagedaan
jullie hadden nagedaan
zij hadden nagedaan

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal nadoen
jij zult nadoen
hij zal nadoen
wij zullen nadoen
jullie zullen nadoen
zij zullen nadoen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal nagedaan hebben
jij zult nagedaan hebben
hij zal nagedaan hebben
wij zullen nagedaan hebben
jullie zullen nagedaan hebben
zij zullen nagedaan hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou nadoen
jij zou nadoen
hij zou nadoen
wij zouden nadoen
jullie zouden nadoen
zij zouden nadoen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou nagedaan hebben
jij zou nagedaan hebben
hij zou nagedaan hebben
wij zouden nagedaan hebben
jullie zouden nagedaan hebben
zij zouden nagedaan hebben

Gebiedende wijs
doe na

Aanvoegende wijs
nadoe

Voorbeelden

  1. Goed, zeg tegen Ronna... dat ik pas weer sollicitaties doe na Joey.
    All right, tell Ronna to halt the interview parade till I 'm done with Joey.
  2. Hij kan beroemdheden nadoen.
    He does great celebrity impressions.
  3. Wil je Evel Knievel nadoen?
    Do you want to play Evel Knievel?
  4. Yankees nadoen is mijn ding.
    Impersonating Yankees is my thing.
  5. Ik kan jullie ook nadoen.
    I can do you guys too.
  6. Hoe kan ik dat nadoen?
    How could I fake that?
  7. Max kan het leuk nadoen.
    Max does a great impression of him.
  8. Dat jij haar ging nadoen.
    You dyed your hair blond.
  9. Laten we het maar nadoen.
    Probably best to imitate him.
  10. Ik kan het niet nadoen.
    I can 't do it justice.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden