Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: nachtbraken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
genachtbraakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik nachtbraak
jij nachtbraakt
hij nachtbraakt
wij nachtbraaken
jullie nachtbraaken
zij nachtbraaken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb genachtbraakt
jij hebt genachtbraakt
hij heeft genachtbraakt
wij hebben genachtbraakt
jullie hebben genachtbraakt
zij hebben genachtbraakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik nachtbraakte
jij nachtbraakte
hij nachtbraakte
wij nachtbraakten
jullie nachtbraakten
zij nachtbraakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had genachtbraakt
jij had genachtbraakt
hij had genachtbraakt
wij hadden genachtbraakt
jullie hadden genachtbraakt
zij hadden genachtbraakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal nachtbraaken
jij zult nachtbraaken
hij zal nachtbraaken
wij zullen nachtbraaken
jullie zullen nachtbraaken
zij zullen nachtbraaken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal genachtbraakt hebben
jij zult genachtbraakt hebben
hij zal genachtbraakt hebben
wij zullen genachtbraakt hebben
jullie zullen genachtbraakt hebben
zij zullen genachtbraakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou nachtbraaken
jij zou nachtbraaken
hij zou nachtbraaken
wij zouden nachtbraaken
jullie zouden nachtbraaken
zij zouden nachtbraaken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou genachtbraakt hebben
jij zou genachtbraakt hebben
hij zou genachtbraakt hebben
wij zouden genachtbraakt hebben
jullie zouden genachtbraakt hebben
zij zouden genachtbraakt hebben

Gebiedende wijs
nachtbraak

Aanvoegende wijs
nachtbrake

Voorbeelden

  1. Moet je nachtbraken van Braxton?
    Braxton got you nighthawking.
  2. Al dat nachtbraken begint je te nekken.
    Those all-nighters are catching up to you.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden