Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: nachecken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
nagecheckt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik check na
jij checkt na
hij checkt na
wij checken na
jullie checken na
zij checken na

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik nacheck
dat jij nacheckt
dat hij nacheckt
dat wij nachecken
dat jullie nachecken
dat zij nachecken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb nagecheckt
jij hebt nagecheckt
hij heeft nagecheckt
wij hebben nagecheckt
jullie hebben nagecheckt
zij hebben nagecheckt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik checkte na
jij checkte na
hij checkte na
wij checkten na
jullie checkten na
zij checkten na

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik nacheckte
dat jij nacheckte
dat hij nacheckte
dat wij nacheckten
dat jullie nacheckten
dat zij nacheckten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had nagecheckt
jij had nagecheckt
hij had nagecheckt
wij hadden nagecheckt
jullie hadden nagecheckt
zij hadden nagecheckt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal nachecken
jij zult nachecken
hij zal nachecken
wij zullen nachecken
jullie zullen nachecken
zij zullen nachecken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal nagecheckt hebben
jij zult nagecheckt hebben
hij zal nagecheckt hebben
wij zullen nagecheckt hebben
jullie zullen nagecheckt hebben
zij zullen nagecheckt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou nachecken
jij zou nachecken
hij zou nachecken
wij zouden nachecken
jullie zouden nachecken
zij zouden nachecken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou nagecheckt hebben
jij zou nagecheckt hebben
hij zou nagecheckt hebben
wij zouden nagecheckt hebben
jullie zouden nagecheckt hebben
zij zouden nagecheckt hebben

Gebiedende wijs
check na

Aanvoegende wijs
nachecke

Voorbeelden

  1. We zouden hem moeten nachecken.
    We should check him out.
  2. Ik zal het nachecken. Doe dat, meneer.
    I 'll have that checked out.You do that, sir.
  3. We kunnen hen of hun verhalen niet nachecken.
    We have no way of running down them or their stories.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden