Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: nabootsen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
nagebootst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik boots na
jij bootst na
hij bootst na
wij bootsen na
jullie bootsen na
zij bootsen na

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik naboots
dat jij nabootst
dat hij nabootst
dat wij nabootsen
dat jullie nabootsen
dat zij nabootsen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb nagebootst
jij hebt nagebootst
hij heeft nagebootst
wij hebben nagebootst
jullie hebben nagebootst
zij hebben nagebootst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bootste na
jij bootste na
hij bootste na
wij bootsten na
jullie bootsten na
zij bootsten na

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik nabootste
dat jij nabootste
dat hij nabootste
dat wij nabootsten
dat jullie nabootsten
dat zij nabootsten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had nagebootst
jij had nagebootst
hij had nagebootst
wij hadden nagebootst
jullie hadden nagebootst
zij hadden nagebootst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal nabootsen
jij zult nabootsen
hij zal nabootsen
wij zullen nabootsen
jullie zullen nabootsen
zij zullen nabootsen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal nagebootst hebben
jij zult nagebootst hebben
hij zal nagebootst hebben
wij zullen nagebootst hebben
jullie zullen nagebootst hebben
zij zullen nagebootst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou nabootsen
jij zou nabootsen
hij zou nabootsen
wij zouden nabootsen
jullie zouden nabootsen
zij zouden nabootsen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou nagebootst hebben
jij zou nagebootst hebben
hij zou nagebootst hebben
wij zouden nagebootst hebben
jullie zouden nagebootst hebben
zij zouden nagebootst hebben

Gebiedende wijs
boots na

Aanvoegende wijs
nabootse

Voorbeelden

  1. Die kun je niet nabootsen.
    Can 't be duplicated.
  2. Bedmanieren kan ze niet nabootsen.
    She can 't fake a bedside manner.
  3. [ Nabootsen grunt een wild dier ]
    [ Mimicking a wild animal 's grunt ]
  4. Kun je een previsioen nabootsen?
    Can you fake a cerebral output?
  5. Dus ze kunnen mensen nabootsen?
    They may have appeared as humans?
  6. Ze kunnen de vorm nabootsen.
    They can mimic the shape.
  7. We konden de anomalieën niet nabootsen.
    We couldn 't recreate any of the so-called anomalies.
  8. Logisch dat zij hem zouden nabootsen.
    Makes sense that they might mimic him.
  9. Ik ga een epileptische aanval nabootsen.
    I 'm gonna fake an epileptic seizure.
  10. Hopelijk kan ik nabootsen wat jij deed.
    I hope I can re-create what you did there.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden