Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: motorcrossen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gemotorcrost

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik motorcros
jij motorcrost
hij motorcrost
wij motorcrossen
jullie motorcrossen
zij motorcrossen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gemotorcrost
jij hebt gemotorcrost
hij heeft gemotorcrost
wij hebben gemotorcrost
jullie hebben gemotorcrost
zij hebben gemotorcrost

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik motorcroste
jij motorcroste
hij motorcroste
wij motorcrosten
jullie motorcrosten
zij motorcrosten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gemotorcrost
jij had gemotorcrost
hij had gemotorcrost
wij hadden gemotorcrost
jullie hadden gemotorcrost
zij hadden gemotorcrost

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal motorcrossen
jij zult motorcrossen
hij zal motorcrossen
wij zullen motorcrossen
jullie zullen motorcrossen
zij zullen motorcrossen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gemotorcrost hebben
jij zult gemotorcrost hebben
hij zal gemotorcrost hebben
wij zullen gemotorcrost hebben
jullie zullen gemotorcrost hebben
zij zullen gemotorcrost hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou motorcrossen
jij zou motorcrossen
hij zou motorcrossen
wij zouden motorcrossen
jullie zouden motorcrossen
zij zouden motorcrossen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gemotorcrost hebben
jij zou gemotorcrost hebben
hij zou gemotorcrost hebben
wij zouden gemotorcrost hebben
jullie zouden gemotorcrost hebben
zij zouden gemotorcrost hebben

Gebiedende wijs
motorcros

Aanvoegende wijs
motorcrosse

Voorbeelden

  1. Brick heeft zijn enkel bezeerd tijdens het motorcrossen met de Truitts en Wade.
    Brick hurt his ankle mud-dogging with the Truitts and Wade.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden