Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: morphen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gemorpht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik morph
jij morpht
hij morpht
wij morphen
jullie morphen
zij morphen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gemorpht
jij hebt gemorpht
hij heeft gemorpht
wij hebben gemorpht
jullie hebben gemorpht
zij hebben gemorpht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik morphte
jij morphte
hij morphte
wij morphten
jullie morphten
zij morphten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gemorpht
jij had gemorpht
hij had gemorpht
wij hadden gemorpht
jullie hadden gemorpht
zij hadden gemorpht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal morphen
jij zult morphen
hij zal morphen
wij zullen morphen
jullie zullen morphen
zij zullen morphen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gemorpht hebben
jij zult gemorpht hebben
hij zal gemorpht hebben
wij zullen gemorpht hebben
jullie zullen gemorpht hebben
zij zullen gemorpht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou morphen
jij zou morphen
hij zou morphen
wij zouden morphen
jullie zouden morphen
zij zouden morphen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gemorpht hebben
jij zou gemorpht hebben
hij zou gemorpht hebben
wij zouden gemorpht hebben
jullie zouden gemorpht hebben
zij zouden gemorpht hebben

Gebiedende wijs
morph

Aanvoegende wijs
morphe

Voorbeelden

  1. Ik heb snij-effecten en morph-overgangen gebruikt.
    I did paint slash effects and morph transitions.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden