Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: moonlighten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gemoonlight

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik moonlight
jij moonlight
hij moonlight
wij moonlighten
jullie moonlighten
zij moonlighten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gemoonlight
jij hebt gemoonlight
hij heeft gemoonlight
wij hebben gemoonlight
jullie hebben gemoonlight
zij hebben gemoonlight

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik moonlightte
jij moonlightte
hij moonlightte
wij moonlightten
jullie moonlightten
zij moonlightten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gemoonlight
jij had gemoonlight
hij had gemoonlightt
wij hadden gemoonlightt
jullie hadden gemoonlight
zij hadden gemoonlight

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal moonlighten
jij zult moonlighten
hij zal moonlighten
wij zullen moonlighten
jullie zullen moonlighten
zij zullen moonlighten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gemoonlight hebben
jij zult gemoonlight hebben
hij zal gemoonlight hebben
wij zullen gemoonlight hebben
jullie zullen gemoonlight hebben
zij zullen gemoonlight hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou moonlighten
jij zou moonlighten
hij zou moonlighten
wij zouden moonlighten
jullie zouden moonlighten
zij zouden moonlighten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gemoonlight hebben
jij zou gemoonlight hebben
hij zou gemoonlight hebben
wij zouden gemoonlight hebben
jullie zouden gemoonlight hebben
zij zouden gemoonlight hebben

Gebiedende wijs
moonlight

Aanvoegende wijs
moonlighte

Voorbeelden

  1. Moonlight Moorden werd uitgebracht.
    Moonlight Murders was released.
  2. # Can' t fight the moonlight #
    / / Can 't fight the moonlight / /
  3. Was hij gelieerd aan Moonlight?
    Was he somehow associated with Moonlight?
  4. Nam The Moonlight Rooms over.
    Taken over the Moonlight Rooms.
  5. # That you can' t fight the moonlight #
    / That you can 't fight the moonlight /
  6. # That you can' t fight the moonlight #
    / That you can 't fight the moonlight / - [ Chanting Continues ]
  7. Zei mijn Joan wat ze onlangs bij The Moonlight deed?
    My Joan say what she was doing at the Moonlight the other night?
  8. Ik heb een beetje haast, maar vanavond ben ik in de Moonlight.
    I am in a rush now. But I hostess up at Moon Shadows on the one.
  9. De oppas past op de kinderen en wij gaan naar' t moonlight Casino.
    Let the nanny take care of the kids and you and I 'll go to the Moonlight Casino.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden