NL: mistasten
U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
misgetast
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik tast mis
jij tast mis
hij tast mis
wij tasten mis
jullie tasten mis
zij tasten mis
|
| Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik mistast
dat jij mistast
dat hij mistast
dat wij mistasten
dat jullie mistasten
dat zij mistasten
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb misgetast
jij hebt misgetast
hij heeft misgetast
wij hebben misgetast
jullie hebben misgetast
zij hebben misgetast
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik tastte mis
jij tastte mis
hij tastte mis
wij tastten mis
jullie tastten mis
zij tastten mis
|
| Verleden tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik mistastte
dat jij mistastte
dat hij mistastte
dat wij mistastten
dat jullie mistastten
dat zij mistastten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had misgetast
jij had misgetast
hij had misgetast
wij hadden misgetast
jullie hadden misgetast
zij hadden misgetast
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal mistasten
jij zult mistasten
hij zal mistasten
wij zullen mistasten
jullie zullen mistasten
zij zullen mistasten
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal misgetast hebben
jij zult misgetast hebben
hij zal misgetast hebben
wij zullen misgetast hebben
jullie zullen misgetast hebben
zij zullen misgetast hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou mistasten
jij zou mistasten
hij zou mistasten
wij zouden mistasten
jullie zouden mistasten
zij zouden mistasten
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou misgetast hebben
jij zou misgetast hebben
hij zou misgetast hebben
wij zouden misgetast hebben
jullie zouden misgetast hebben
zij zouden misgetast hebben
|
| Gebiedende wijs |
tast mis
|
| Aanvoegende wijs |
| mistaste |
Nederlandse werkwoorden
Duitse werkwoorden
Engelse werkwoorden
Franse werkwoorden
Spaanse werkwoorden