1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. misstappen

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: misstappen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
misgestapt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stap mis
jij stapt mis
hij stapt mis
wij stappen mis
jullie stappen mis
zij stappen mis

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik misstap
dat jij misstapt
dat hij misstapt
dat wij misstappen
dat jullie misstappen
dat zij misstappen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik ben misgestapt
jij bent misgestapt
hij is misgestapt
wij zijn misgestapt
jullie zijn misgestapt
zij zijn misgestapt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stapte mis
jij stapte mis
hij stapte mis
wij stapten mis
jullie stapten mis
zij stapten mis

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik misstapte
dat jij misstapte
dat hij misstapte
dat wij misstapten
dat jullie misstapten
dat zij misstapten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik was misgestapt
jij was misgestapt
hij was misgestapt
wij waren misgestapt
jullie waren misgestapt
zij waren misgestapt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal misstappen
jij zult misstappen
hij zal misstappen
wij zullen misstappen
jullie zullen misstappen
zij zullen misstappen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal misgestapt zijn
jij zult misgestapt zijn
hij zal misgestapt zijn
wij zullen misgestapt zijn
jullie zullen misgestapt zijn
zij zullen misgestapt zijn

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou misstappen
jij zou misstappen
hij zou misstappen
wij zouden misstappen
jullie zouden misstappen
zij zouden misstappen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou misgestapt zijn
jij zou misgestapt zijn
hij zou misgestapt zijn
wij zouden misgestapt zijn
jullie zouden misgestapt zijn
zij zouden misgestapt zijn

Gebiedende wijs
stap mis

Aanvoegende wijs
misstappe

Voorbeelden

  1. Welke misstappen?
    What indiscretions?
  2. Gewoon een berg van misstappen.
    Just a pile of mistakes.
  3. Squishees herinnerden me aan mijn misstappen.
    Squishees reminded me of my misdeeds.
  4. Vimi beoordeelt mensen niet op hun misstappen.
    Vimi does not judge people on their indiscretions.
  5. En ik ook heb mijn aandeel misstappen gehad,
    And even though I made my fair share of mistakes,
  6. Ik heb nog steeds bewijs van je misstappen.
    I still have evidence of your indiscretions.
  7. Al m' n misstappen dateren van voor Fran.
    All of my mistakes were made before I met Fran.
  8. Ik betaal van ganser harte voor begane misstappen.
    I 'm paying dearly for past mistakes.
  9. Omdat mijn misstappen jou het leven kunnen kosten.
    Because you would 've paid for my indiscretions with your life.
  10. Mijn vrouw kreeg genoeg van mijn herhaalde misstappen.
    My wife got sick of my repeated indiscretions.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try