Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: mislopen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
misgelopen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik loop mis
jij loopt mis
hij loopt mis
wij lopen mis
jullie lopen mis
zij lopen mis

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik misloop
dat jij misloopt
dat hij misloopt
dat wij mislopen
dat jullie mislopen
dat zij mislopen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb misgelopen
jij hebt misgelopen
hij heeft misgelopen
wij hebben misgelopen
jullie hebben misgelopen
zij hebben misgelopen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik liep mis
jij liep mis
hij liep mis
wij liepen mis
jullie liepen mis
zij liepen mis

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik misliep
dat jij misliep
dat hij misliep
dat wij misliepen
dat jullie misliepen
dat zij misliepen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had misgelopen
jij had misgelopen
hij had misgelopen
wij hadden misgelopen
jullie hadden misgelopen
zij hadden misgelopen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal mislopen
jij zult mislopen
hij zal mislopen
wij zullen mislopen
jullie zullen mislopen
zij zullen mislopen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal misgelopen hebben
jij zult misgelopen hebben
hij zal misgelopen hebben
wij zullen misgelopen hebben
jullie zullen misgelopen hebben
zij zullen misgelopen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou mislopen
jij zou mislopen
hij zou mislopen
wij zouden mislopen
jullie zouden mislopen
zij zouden mislopen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou misgelopen hebben
jij zou misgelopen hebben
hij zou misgelopen hebben
wij zouden misgelopen hebben
jullie zouden misgelopen hebben
zij zouden misgelopen hebben

Gebiedende wijs
loop mis

Aanvoegende wijs
mislope

Voorbeelden

  1. Ik bleef hem mislopen.
    I kept just missing him.
  2. En ons mooie weerzien mislopen?
    And miss this hallmark moment?
  3. Je kunt Smokey niet mislopen.
    You can 't miss Smokey.
  4. Ik wil niets meer mislopen.
    I don 't want to miss out on anything else.
  5. We willen ze niet mislopen.
    We don 't wanna miss them.
  6. Ik wil Emily niet mislopen.
    I don 't want to miss Emily.
  7. En al het plezier mislopen?
    And miss out on all the fun?
  8. Die mag u niet mislopen.
    You mustn 't miss it.
  9. Dankzij u, heb ik Alice mislopen.
    Thanks to you, I missed seeing Alice.
  10. We zullen een half miljoen francs mislopen.
    We 'll be walking away from half a million francs.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden