NL: mindmappen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gemindmapt
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik mindmap jij mindmapt hij mindmapt wij mindmappen jullie mindmappen zij mindmappen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gemindmapt jij hebt gemindmapt hij heeft gemindmapt wij hebben gemindmapt jullie hebben gemindmapt zij hebben gemindmapt
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik mindmapte jij mindmapte hij mindmapte wij mindmapten jullie mindmapten zij mindmapten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gemindmapt jij had gemindmapt hij had gemindmapt wij hadden gemindmapt jullie hadden gemindmapt zij hadden gemindmapt
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal mindmappen jij zult mindmappen hij zal mindmappen wij zullen mindmappen jullie zullen mindmappen zij zullen mindmappen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gemindmapt hebben jij zult gemindmapt hebben hij zal gemindmapt hebben wij zullen gemindmapt hebben jullie zullen gemindmapt hebben zij zullen gemindmapt hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou mindmappen jij zou mindmappen hij zou mindmappen wij zouden mindmappen jullie zouden mindmappen zij zouden mindmappen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gemindmapt hebben jij zou gemindmapt hebben hij zou gemindmapt hebben wij zouden gemindmapt hebben jullie zouden gemindmapt hebben zij zouden gemindmapt hebben
|
| Gebiedende wijs |
mindmap
|
| Aanvoegende wijs |
| mindmappe |