Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: mijteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gemijterd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik mijter
jij mijtert
hij mijtert
wij mijteren
jullie mijteren
zij mijteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gemijterd
jij hebt gemijterd
hij heeft gemijterd
wij hebben gemijterd
jullie hebben gemijterd
zij hebben gemijterd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik mijterde
jij mijterde
hij mijterde
wij mijterden
jullie mijterden
zij mijterden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gemijterd
jij had gemijterd
hij had gemijterd
wij hadden gemijterd
jullie hadden gemijterd
zij hadden gemijterd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal mijteren
jij zult mijteren
hij zal mijteren
wij zullen mijteren
jullie zullen mijteren
zij zullen mijteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gemijterd hebben
jij zult gemijterd hebben
hij zal gemijterd hebben
wij zullen gemijterd hebben
jullie zullen gemijterd hebben
zij zullen gemijterd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou mijteren
jij zou mijteren
hij zou mijteren
wij zouden mijteren
jullie zouden mijteren
zij zouden mijteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gemijterd hebben
jij zou gemijterd hebben
hij zou gemijterd hebben
wij zouden gemijterd hebben
jullie zouden gemijterd hebben
zij zouden gemijterd hebben

Gebiedende wijs
mijter

Aanvoegende wijs
mijtere

Voorbeelden

  1. Cooper, zijn mijter.
    Cooper, the hat! The hat!
  2. Zet je mijter op, bisschop.
    Put on your miter, bishop.
  3. Eén bisschop zette z' n mijter op en ging voor in het gebed.
    One bishop put on his mitre and led us all in prayer.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden