NL: metastaseren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gemetastaseerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik metastaseer jij metastaseert hij metastaseert wij metastaseren jullie metastaseren zij metastaseren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gemetastaseerd jij hebt gemetastaseerd hij heeft gemetastaseerd wij hebben gemetastaseerd jullie hebben gemetastaseerd zij hebben gemetastaseerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik metastaseerde jij metastaseerde hij metastaseerde wij metastaseerden jullie metastaseerden zij metastaseerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gemetastaseerd jij had gemetastaseerd hij had gemetastaseerd wij hadden gemetastaseerd jullie hadden gemetastaseerd zij hadden gemetastaseerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal metastaseren jij zult metastaseren hij zal metastaseren wij zullen metastaseren jullie zullen metastaseren zij zullen metastaseren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gemetastaseerd hebben jij zult gemetastaseerd hebben hij zal gemetastaseerd hebben wij zullen gemetastaseerd hebben jullie zullen gemetastaseerd hebben zij zullen gemetastaseerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou metastaseren jij zou metastaseren hij zou metastaseren wij zouden metastaseren jullie zouden metastaseren zij zouden metastaseren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gemetastaseerd hebben jij zou gemetastaseerd hebben hij zou gemetastaseerd hebben wij zouden gemetastaseerd hebben jullie zouden gemetastaseerd hebben zij zouden gemetastaseerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
metastaseer
|
| Aanvoegende wijs |
| metastasere |