1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. merit

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to merit    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
meriting

Present simple (ott)
I merit
you merit
he merits
we merit
you merit
they merit

Present perfect (vtt)
I have merited
you have merited
he has merited
we have merited
you have merited
they have merited

Past Simple (ovt)
I merited
you merited
he merited
we merited
you merited
they merited

Past perfect (vvt)
I had merited
you had merited
he had merited
we had merited
you had merited
they had merited

Present future (ottt)
I will merit
you will merit
he will merit
we will merit
you will merit
they will merit

Present future perfect (vttt)
I will have merited
you will have merited
he will have merited
we will have merited
you will have merited
they will have merited

Past future (ovtt)
I would merit
you would merit
he would merit
we would merit
you would merit
they would merit

Past future perfect (vvtt)
I would have merited
you would have merited
he would have merited
we would have merited
you would have merited
they would have merited


Voorbeelden

  1. The idea has merit.
    Het idee heeft verdienste.
  2. Give him a merit badge?
    Hem een verdiensten badge geven?
  3. Try to make some merit.
    Proberen dat dan te doen.
  4. You want a merit badge?
    Wil je een medaille?
  5. Radical, but not without merit.
    Radicaal, maar niet zonder winst.
  6. Did I merit a mention?
    Word ik eervol vermeld?
  7. By merit or by rank?
    Bij waarde of bij rang?
  8. the charge is without merit.
    De beschuldiging wordt geseponeerd.
  9. I see merit to your proposal.
    Ik zie waarde in uw voorstel.
  10. Benvill, Arms, Merit, Severa and Elnicha...
    Benvill, Arms, Merit, Severa en Elnicha.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try