Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: mediatiseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gemediatiseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik mediatiseer
jij mediatiseert
hij mediatiseert
wij mediatiseren
jullie mediatiseren
zij mediatiseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gemediatiseerd
jij hebt gemediatiseerd
hij heeft gemediatiseerd
wij hebben gemediatiseerd
jullie hebben gemediatiseerd
zij hebben gemediatiseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik mediatiseerde
jij mediatiseerde
hij mediatiseerde
wij mediatiseerden
jullie mediatiseerden
zij mediatiseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gemediatiseerd
jij had gemediatiseerd
hij had gemediatiseerd
wij hadden gemediatiseerd
jullie hadden gemediatiseerd
zij hadden gemediatiseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal mediatiseren
jij zult mediatiseren
hij zal mediatiseren
wij zullen mediatiseren
jullie zullen mediatiseren
zij zullen mediatiseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gemediatiseerd hebben
jij zult gemediatiseerd hebben
hij zal gemediatiseerd hebben
wij zullen gemediatiseerd hebben
jullie zullen gemediatiseerd hebben
zij zullen gemediatiseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou mediatiseren
jij zou mediatiseren
hij zou mediatiseren
wij zouden mediatiseren
jullie zouden mediatiseren
zij zouden mediatiseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gemediatiseerd hebben
jij zou gemediatiseerd hebben
hij zou gemediatiseerd hebben
wij zouden gemediatiseerd hebben
jullie zouden gemediatiseerd hebben
zij zouden gemediatiseerd hebben

Gebiedende wijs
mediatiseer

Aanvoegende wijs
mediatisere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden