Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: mauwen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gemauwd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik mauw
jij mauwt
hij mauwt
wij mauwen
jullie mauwen
zij mauwen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gemauwd
jij hebt gemauwd
hij heeft gemauwd
wij hebben gemauwd
jullie hebben gemauwd
zij hebben gemauwd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik mauwde
jij mauwde
hij mauwde
wij mauwden
jullie mauwden
zij mauwden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gemauwd
jij had gemauwd
hij had gemauwd
wij hadden gemauwd
jullie hadden gemauwd
zij hadden gemauwd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal mauwen
jij zult mauwen
hij zal mauwen
wij zullen mauwen
jullie zullen mauwen
zij zullen mauwen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gemauwd hebben
jij zult gemauwd hebben
hij zal gemauwd hebben
wij zullen gemauwd hebben
jullie zullen gemauwd hebben
zij zullen gemauwd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou mauwen
jij zou mauwen
hij zou mauwen
wij zouden mauwen
jullie zouden mauwen
zij zouden mauwen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gemauwd hebben
jij zou gemauwd hebben
hij zou gemauwd hebben
wij zouden gemauwd hebben
jullie zouden gemauwd hebben
zij zouden gemauwd hebben

Gebiedende wijs
mauw

Aanvoegende wijs
mauwe

Voorbeelden

  1. Ik hoorde hem mauwen...
    I heard meows and
  2. Majoor Burns loopt altijd te mauwen.
    Burns is loaded with static.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden