Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: matchracen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gematchracet

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik matchrace
jij matchracet
hij matchracet
wij matchracen
jullie matchracen
zij matchracen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gematchracet
jij hebt gematchracet
hij heeft gematchracet
wij hebben gematchracet
jullie hebben gematchracet
zij hebben gematchracet

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik matchracete
jij matchracete
hij matchracete
wij matchraceten
jullie matchraceten
zij matchraceten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gematchracet
jij had gematchracet
hij had gematchracet
wij hadden gematchracet
jullie hadden gematchracet
zij hadden gematchracet

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal matchracen
jij zult matchracen
hij zal matchracen
wij zullen matchracen
jullie zullen matchracen
zij zullen matchracen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gematchracet hebben
jij zult gematchracet hebben
hij zal gematchracet hebben
wij zullen gematchracet hebben
jullie zullen gematchracet hebben
zij zullen gematchracet hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou matchracen
jij zou matchracen
hij zou matchracen
wij zouden matchracen
jullie zouden matchracen
zij zouden matchracen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gematchracet hebben
jij zou gematchracet hebben
hij zou gematchracet hebben
wij zouden gematchracet hebben
jullie zouden gematchracet hebben
zij zouden gematchracet hebben

Gebiedende wijs
matchrace

Aanvoegende wijs
matchrace

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden